Christian Papazoglakis. Een naam en een pseudoniem die u niet onbekend zullen zijn als u liefhebber bent van autosport – of de auto in de bredere zin – en stripverhalen. Deze Belg is al een tiental jaar de hoofdillustrator van “Volgas” van uitgeverij Daedalus (en de Franstalige versie “Plein Gaz” van uitgeverij Glénat). De meeste historische werken over de 24 Uur van Le Mans zijn van zijn hand, net als schitterende stripverhalen over Ayrton Senna en Colin Chapman en ook “Le Prix de la Vitesse” (over industriële spionage in de motosport tegen een achtergrond van de Koude Oorlog) en “Les Frères Rodriguez” zijn van zijn hand. Met 19 albums in een tiental jaar tijd, heeft Christian Papazoglakis zich ontpopt tot een hoofdrolspeler wat betreft brullende stripverhalen. Een exclusief gesprek met de bedenker van Belgian VW Club’s wenskaart voor 2023.
“Het is verre van origineel, maar ik heb striptekenen gestudeerd aan Sint-Lukas in Brussel”, vertrouwt deze jonge vijftiger ons toe wanneer hij zijn carrière toelicht. “Toen ik jong was, tekende ik al auto’s in mijn schoolboeken. Ik was erdoor gebeten… Paradoxaal genoeg moet ik erkennen dat er eigenlijk met een scheef oog naar gekeken werd in Sint-Lukas. Auto’s, dat was ouderwets volgens mijn leraren…”
Maar de passie haalde uiteindelijk de bovenhand. “Ik kan je moeilijk vertellen waar mijn liefde voor de autosport vandaan komt”, erkent hij wanneer hij teruggaat in de tijd. “Ik kom uit een klein Brussels gezin dat het niet breed had en ik ben met mijn ouders nooit naar een circuit geweest. Na de ramp bij de 24 Uur van Le Mans in 1995 (toen een wagen in het publiek terecht kwam, n.v.d.r.), was mijn moeder er als de dood voor dat ik een wedstrijd zou bijwonen. Het fascineerde mij echter, waarschijnlijk vanwege het exclusieve, spectaculaire, luxueuze of onbereikbare aspect. De eerste keer dat ik autosport niet via een scherm beleefde, was in 2002 in Zolder, toen ik reeds 33 jaar was.”
Zittend boven de motor van een Volkswagen 411
De allereerste herinneringen aan auto’s zijn dan ook die van gezinswagens. “Mijn vader heeft altijd met Volkswagen gereden”, vertelt Christian met een vleugje nostalgie. “Eerst was er de 411, waarbij mijn broer en ik boven de viercilindermotor zaten, die zich achteraan de wagen bevond. We voelden alle vibraties uit het 1600cc-blok. We waren nog meer onder de indruk toen, in 1976, de 411 werd ingeruild voor een Passat van de eerste generatie. We werden ondergedompeld in een gevoel van rust en ruimte... Het was de wagen waarmee we onze allereerste lange vakantietrips naar Zuid-Frankrijk hebben gedaan. Nadien hebben we ook een Passat van de tweede generatie gehad, die in zekere zin een stap omhoog op de sociale ladder weerspiegelde... De auto is voor mij in de eerste plaats altijd een vorm van vrijheid geweest.”
Zoals bij veel artiesten, duurde het bij Christian Papazoglakis ook enige tijd alvorens hij erkenning kreeg voor zijn werk. “Je kan gerust stellen dat ik daarmee worstelde”, bevestigde hij met een ontnuchterende openhartigheid. “Clovis was een van mijn rolmodellen en ik kende zijn tekeningen voornamelijk uit de tijdschriften van de Belgian VW Club die we thuis ontvingen. In het begin van mijn carrière was het bijna frustrerend om Clovis overal tegen te komen (lacht, n.v.d.r.). Dat gezegd zijnde heeft Claude mij nadien wel veel geholpen toen ik als freelance aan de slag ging. Ik ben hem daar zeer erkentelijk voor en zijn overlijden heeft me diep geraakt.”
Na zijn studies aan Sint-Lukas, had Christian ongeveer tien jaar nodig om zijn droom te bereiken. “Na enkele jobs in grafisch ontwerp, belettering en snijwerk, ben ik eind jaren ‘90 beginnen werken voor Graton Éditeur”, vertelt hij. “Bij de uitgever van Michel Vaillant werkte ik hoofdzakelijk aan de digitalisatie en restauratie van oude albums. Als auto- en stripfanaat, was dat een belangrijke eerste stap in mijn carrière.”
Twaalf jaar later, in 2010, nam de carrière van Christian Papazoglakis echter een grote wending. “Mijn werk bij Graton was klaar en op een dag vroeg Frédéric Mangé me of ik bij Glénat wilde meewerken aan de lancering van de reeks ‘Plein Gaz’ (die later onder de titel ‘Volgas’ zou worden uitgegeven bij Daedalus, n.v.d.r.). Samen met mijn goede vriend en medetekenaar Robert Paquet, met wie ik al voor heel wat albums had samengewerkt, was ik er dus van bij het prille begin bij... We begonnen in 2011 te tekenen en de eerste stripverhalen verschenen in 2012 op de markt.”
Le Mans als rode draad
In het begin werden verhalen met historische verwijzingen afgewisseld met strips die eerder op fictie gericht waren, maar de reeks bleek vrijwel meteen een schot in de roos. “De boeken die verband hielden met de auto – en nog meer met de autosport – waren duidelijk het populairst. Terwijl ik met Harry Octane een fictie personage ontwierp, werkte ik aan strips rond het leven van Colin Chapman en Ayrton Senna. Vervolgens behandelden we de geschiedenis van bepaalde edities van de 24 Uur van Le Mans, waarbij we vaak in periodes van meerdere jaren werkten. Zo was er het duel tussen Ferrari en Ford van 1964 tot en met 1967 en nadien de periode 1968-1969 met de eerste zege van Jacky Ickx, enzoverder. Tegenwoordig is het mijn hoofdberoep, want we brengen elk jaar een album uit, steevast net voor de 24 Uur. Dat betekent dat er tussen september en april zeer veel van mijn tijd in het album kruipt. Op dit moment werken we aan een stripverhaal rond de 100e editie van deze mythische wedstrijd, in 2023.”
Hoewel het initieel de bedoeling was om verschillende artiesten te laten samenwerken, blijkt in de praktijk dat uitgever Glénat zich vaak op hetzelfde duo richt, bestaande uit Denis Bernard voor het scenario en Christian Papazoglakis voor het tekenwerk. “Het blijkt een uitstekende combinatie te zijn”, lacht de Belg. “Denis is enorm kieskeurig en houdt heel erg van historische details. Ik hou er zelf ook van dat een verhaal levendig is, goed omkaderd, speels, … We leggen allebei onze eigen accenten en dat is echt leuk.”
Naast de reeks “Volgas”, merkt Christian dat zijn reputatie elke dag groeit en dat hij zijn talent kan tonen in verschillende projecten, zoals de Belgian VW Club wenskaart voor 2023. “Ik moet toegeven dat de reeks ‘Volgas’ een prachtig podium is”, erkent de 53-jarige Brusselaar die zijn droom verwezenlijkte om te kunnen leven van zijn tekenwerk. “Ik prijs mijzelf gelukkig dat ik de kans heb gehad om dit te bereiken. Om eerlijk te zijn, ben ik ook opgelucht. Ik wilde mijzelf – en iedereen die ooit aan mij getwijfeld heeft – bewijzen dat het nog steeds mogelijk is om te leven van stripverhalen. En wat kan een mens zich nog meer wensen dan te leven van zijn passie?”